Iedereen heeft weleens een discussie of ruzie. En wat daarin wordt gezegd wordt beschermd door de vrijheid van meningsuiting. Die vrijheid is een grondwettelijk recht, maar heeft wel één bijzondere uitzondering: ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’.
Wat betekent dat nu? Bijvoorbeeld dat het beledigen of bedreigen van een ander strafbaar is. Beide strafbare feiten zijn in de wet verankerd. De bedreiging in artikel 285 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. Als je dat artikel leest kom je al snel tot de conclusie dat niet ieder dreigement zal resulteren in een strafrechtelijke vervolging:
Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
Samengevat kun je stellen dat alleen het dreigen met geweld tegen personen of goederen, dan wel verkrachting, aanranding van de eerbaarheid of enig misdrijf tegen het leven gericht een bedreiging oplevert.
Een veelgehoord dreigement zoals “ik maak je dood!” zal deze toets kunnen doorstaan. Maar onder omstandigheden kan ook dreigementen als “ik zal ervoor zorgen dat je binnenkort alleen nog door een rietje kunt eten” of “straks beland je met een mes tussen je ribben” zijn voorbeelden van uitspraken die door rechters in het verleden zijn beoordeeld als strafbare bedreigingen.
Naast het feit dat er voldoende bewijs moet zijn voor het aannemen van een bedreiging, zoals met elk strafbaar feit, dient een uitspraak dus te vallen onder de omschrijving van artikel 285 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. Maar daarin wordt niet omschreven wat een bedreiging nu daadwerkelijk is. De Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland heeft de wetgever daarin een helpende hand geboden.
Volgens de Hoge Raad is voor een veroordeling ter zake van bedreiging vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee werd gedreigd ook zou worden gepleegd. Daarnaast moet de bedreiging de geadresseerde bereikt hebben. Immers, als de bedreigde geen weet heeft van het dreigement kan bij die persoon moeilijk een redelijke vrees ontstaan.
Tot slot, niet alleen uitlatingen, maar ook handelingen kunnen als bedreiging worden uitgelegd. Denk aan de situatie waarin iemand een vuurwapen toont aan een ander.
Tips!
Neem contact op met FAIR
Wordt u verdacht van een bedreiging of bent u juist slachtoffer? De strafrechtadvocaten van FAIR hebben veel ervaring met zittingen bij zowel de rechtbanken, gerechtshoven als OM-zittingen waarin cliënten vaak met succes verdedigd worden.
FAIR Advocaten
Rijswijkseplein 786
2516 LX Den Haag
070 – 204 00 28
epozdemir@fairadvocaten.nl